Wat is een plukvacht?
De plukvacht van een hond bestaat in de meeste gevallen uit een zachte dikke onderwol en een laag draadachtige (langere) dekharen. De dekharen vormen de bovenste laag van de vacht.
Voorbeeld van rassen met een plukvacht: Ruw harige teckel, Foxterriër, Cairnterriër .
Behandeling in de trimsalon
Er word altijd eerst gekeken of de hond plukrijp is. Een plukhond kan dus alleen geplukt worden als de dekharen goed los zitten.
Bij plukken worden loszittende dekharen van ruwharige honden verwijderd.
De dekharen worden met kleine plukjes tegelijk verwijderd zodat uiteindelijk alleen de onderwol over blijft. Bij het plukken worden vaak alle dekharen verwijderd.
Als de hond in een stripvacht word gezet betekend dat slechts de helft van de dekharen weggeplukt worden. Het resultaat is dat er een laag onderwol en een laag dekharen overblijft.
Na de trimbeurt beginnen er nieuwe dekharen te groeien. Bij de volgende trimbeurt worden de lange (oude) dekharen die bij de vorige trimbeurt zijn blijven zitten weggeplukt. Nu blijft wederom de onderwol achter samen met de nieuwe (kortere) dekharen die zijn gaan groeien na de eerste trimbeurt. Er blijven ook na de tweede trimbeurt dus 2 lagen haar staan. Bij een stripvacht verlaat een hond de trimsalon dus met een dubbele vacht en nooit alleen met onderwol. De hond ziet er nog enigszins lang uit doordat een deel van de dekharen achterblijven.
Wanneer moet ik naar de Trimsalon?
Om een stripvacht in stand te houden is het verstandig om iedere 3 maanden naar de trimsalon te gaan. Honden met een plukvacht mogen om de 6 maanden naar de trimsalon.